Onze vakantie liep stilaan ten einde, maar de laatste dag wilden we toch nog iets zien. Ik had in een foldertje toch nog twee bezienswaardigheden gevonden die een beetje afweken van de andere dingen die we zagen en het weer was niet te schitterend. Dus we besloten dingen te doen waarbij we toch een beetje een dak boven ons hoofd hadden.
Het eerste was ‘Le train touristique de quercy’. Een heuse stoomtrein die je een uurtje meeneemt doorheen de Dordogne valei.
Natuurlijk is het leuk om op een stoomtrein te zitten van meer dan 100 jaar oud, maar verder waren de uitzichten fantastisch mooi…
Na onze stoomreis gingen we verder naar ‘Musée du temps qui passe’. Een winkelstraat met vitrines van allerlei winkels van 1840-1960. Ik dacht dat we daar snel zouden door zijn en dat het zoiets was waarvan je achteraf zou zeggen van ‘het was mooi gedaan’ en dat het daar zou stoppen.
Maar niet alleen waren de winkeltjes heel mooi nagebouwd, maar er was ook een leuke zoektocht in het concept ingewerkt. In de meeste vitrines was een voorwerp geplaatst die duidelijk nieuwer was (nieuwer dan 1980) dan de rest van de vitrine. Bij onze eerste poging haalden we 27/30 om deze voorwerpen te vinden, na de herkansing 30/30! Tof concept, want het verplicht je om de vitrines aandachtig te bekijken.
Gelukkig was het weer ondertussen een beetje beter geworden. ‘s Avonds zijn we nog gaan eten in ‘Lo Goradisso’, een adres dat Bart gevonden had. Bij aankomst bleek dit tevens een camping te zijn. We aten er in de tuin. De locatie was tamelijk Frans. Net niet helemaal top en hier en daar al wat dingen defect en/of versleten en de kersverse ober was een beetje bang om tegen de gasten te praten. Maar de gerechtjes vielen reuze mee. Alleen was het een beetje te zwaar voor mijn maag en deed ik bijna geen oog dicht ‘s nachts.
De escargots in combinatie met een beetje foie gras waren super. Ik koos wel het verkeerde hoofdgerecht. Mijn everzwijn stoofpot was meer dan dik OK, maar het andere gerecht (van de foto links), speenvarken gemarineerd met mandarijn was njammie.
De laatste ochtend waren we afgesproken om vroeg te vertrekken. Dan kon Bart nog naar de Buffalo’s gaan kijken. Helaas is die wedstrijd geëindigd op 1-1. Maar wij hebben er een fantastische vakantie aan overgehouden. Met dank aan mijn reisgenoten en de fantastisch mooie Dordogne streek. Net dicht genoeg om de rit huiswaarts niet te lang te maken en zuidelijk genoeg om van mooi weer te kunnen genieten.
Ik wist echt niet wat ik me moest voorstellen bij de Dordogne streek en was zelfs een beetje vergeten dat dit de streek was van de foie gras en de Monbazillac. Mmmmm… (en ja, ik weet dat foie gras eigenlijk een nono is, voor er reacties komen). In elk geval, als je in de Dordogne streek echt ‘canard’ bent van de Monbazillac moet je opletten dat ze je geen dij of een lever afhandig maken om in een gerechtje te verwerken. Super groen (alhoewel het met de droogte van deze zomer op sommige plaatsen niet altijd het geval was) en super laid back!!