Gisteren stond er een vrije dag op het programma. Omdat Ubud een aaneenrijging is van toeristenwinkeltjes, massage dingen en restaurants en echt overvol van de toeristen, besloten we om toch wat uitstappen te maken. Putu, onze Balinese gids vroeg ons of we het erg vonden dat ze niet zou mee gaan, want ze had andere verplichtingen. Ze ging wel vervoer regelen voor ons, door een (beetje) Engelssprekende chauffeur.
De dag ervoor stond het Balinese dansen al op het programma, maar dit werd uitgesteld daar we er door de drukte niet geraakten. Nu gingen we dus extra vroeg vertrekken. Het resultaat was dat er bijna geen verkeer was. Onze chauffeur deed zijn uiterste best om zo traag mogelijk te rijden, maar we waren nog een half uur te vroeg. We profideerden er dan ook van om op een ‘local market’ een Sate Ayam te nuttigen en een soepje met schapenvlees en veel kaffir. Het was njammie…
De Balinese dans omschreef Bart als ‘speciaal’. En dat was het ook. We hadden in het verleden in Indonesië al eens zo’n voorstelling meegemaakt. Maar deze was af en toe een beetje komisch gemaakt voor de toeristen. Zo had het zwijn die gedood werd een heel grote erectie wanneer hij bijna dood op de grond lag. Het bleek achteraf zijn staart te zijn.
Daarna ging de reis naar verder naar het Mason olifanten kamp. Daar nuttigden we onze lunch (voor sommigen pizza met veel te veel kaas en veel te weinig tandoori), gingen we naar de olifanten gaan kijken en deden we een ritje op een olifant. Terwijl we langzaam de aangelegde jungle in tjokten, begon onze olifant ‘temmer’ te zingen van ‘The Lion sleeps tonight’. We hebben er dan maar ‘The Elephant Sleeps tonight’ van gemaakt en een beetje meegezongen. Hilariteit alom.
De olifant van Bart en Iris bleek toen ook nog een beetje te veel darm- en blaasinhoud te hebben en er kwam een kolkende rivier, gevolgd door een tiental drollen met de grootte van een kleine voetbal. Aangezien de desbetreffende olifant een mannetje was, reageerde onze oli-driver met ‘very big Anaconda’. We hadden er graag foto’s van getoond, maar waren te verrast om onze smartphone ter hand te nemen.
Naast die jungle waren er blijkbaar ook hanengevechten aan de gang. Toen Bart aan zijn oli-driver vroeg of die legaal waren, bevestigde die dat de weddenschappen op hanengevechten illegaal zijn, maar ‘you just pay the police and they leave’.
Bart was dan weer supergelukkig dat hij eens zo’n grote slurf in de handen kon nemen.
Bij het terugkeren naar het hotel had onze chauffeur zich een beetje vergist en heb ik hem toen proberen leren dat we dat in het Nederlands een ‘afslagsken gemist’ noemen. Hij probeerde het niet te herhalen.
Dit was onze laatste nacht in het hotel in Ubud. En dat is maar best, want Iris blijkt een afkeer tegen de trapjes in het hotel te hebben. Of is het een bewondering? Want ze wil ze allemaal van heel dichtbij zien.