We beginnen stilaan een beetje af te tellen naar onze terugreis naar België.
Na het ontbijt reden we naar het dorp om eens te gaan rondsnuisteren in een winkeltje met producten van locale producenten. We kochten er onder andere een worst met gerookte forel, wat ‘s avonds een goed plan B bleek te zijn voor ons niet zo heel fris meer ruikende eend- en varkensworsten.
Vandaag zijn we naar het kerkje gestapt een beetje verder in onze straat. Niet dat het zo’n lange wandeling was, maar plots lag daar op onze terugweg toch wel de ‘Black Duck’ zeker?! We zijn dan daar nog maar eens binnengestapt om te gaan aperitieven. En we zijn er dan aansluitend ook nog iets ‘kleins’ blijven eten. Eén van de leveranciers van onze inmiddels vertrouwde Irish Pub bleek dan tevens ook nog de man te zijn waarvoor Bart tot twee maal toe de deur open hield in het winkeltje van de vorige paragraaf. It’s a small village after all.
Na de middag stond een bzoekje aan de ‘Cabanes du Breuil’ op de ‘planning’. Deze nog steeds actieve boerderij bestaat (naast een iets moderner gebouwde boerderij zelf) uit een aantal huisjes gebouwd met ‘pierres sèches’. Die zijn gewoon op elkaar gelegd, zonder cement, leem of weet ik veel welke kleefdinges dan ook. Een niet zo heel erg lieve Franse mevrouw maakte er een opmerking over een kip met een aantal kuikens waar we vertederd naar stonden te kijken: ‘die kuikens zouden ideaal zijn om mijn poes eens te laten spelen’. Stoute mevrouw!
Vlakbij lag het kasteel van Puymartin. De kasteelheer werd heel lang geleden (in de tijd van de kastelen natuurlijk) bedrogen door zijn kasteelmadam. Zijn oplossing hiervoor was om haar op te sluiten in (hoe kan het ook anders) een torenkamer. En dit maar liefst voor 15 jaar. Ze stierf er ook. De legende gaat dat ze nog steeds ronddwaalt in het kasteel. Caroline en Iris hebben haar zelfs op een deur horen kloppen. Bart en ik waren om één of andere reden niet mee en bleven aan de ‘acceuil’ vegeteren. We werden zelfs twee maal gestraft! Kijk maar eens naar de foto.
Bij het terugrijden naar onze tijdelijke huisvesting heb ik heel uitzonderlijk ook een afslagske gemist. Ik moet er wel bij opmerken dat dit bijna nooit voorkomt, maar vermoedelijk was ik een beetje moe.
Nadat Iris (alweer heel voorzichtig) een stukje notentaart en een ijsje at, sloten we onze namiddag af met een bezoekje aan het zwembad.
Ook dit wordt stilaan een dagelijks verfrissend tafereel. Na het zwemmen bleek dat ik niet de enige was die een beetje moe was, want daar lag niet één, maar lagen er twee ronkers op de ligzetels. Ook het ‘synchroonzwemmen’ begint al aardig te lukken.
Van Bart waren we inmiddels gewoon dat hij bij elke autorit stilletjes snurkte op de achterbank. Maar van Caroline waren we dit nog niet gewoon. De enige manier om Bart wakker te houden in de wagen is hem zelf te laten rijden.
De temperatuur was niet overdreven hoog, dus we besloten toch nog een stukje extra te breien aan onze namiddag met een zeer sportieve prestatie. Onze petanque baan lonkte en de wedstrijd werd uiteindelijk beslecht in het voordeel van Caroline, die ons gewoon van de petanquebaan speelde.
Daarna? Euhm… terug aperitieven en plan B forelworst (en andere rookworst eten).